Het (decimale) rekeningschema in Nederland is onderverdeeld in 10 rubrieken (0 t/m 9) die ook weer onderverdeeld kunnen worden in subgroepen. Gericht op de MKB ondernemer wordt over het algemeen gewerkt met een 4-cijferig rekeningschema, waarbij de eerste positie de rubriek aangeeft. De rubrieken 0, 1, 2, 3 en 7 zijn (meestal) balansrekeningen. De overige rubrieken (4, 5, 6, 8 en 9) zijn dan resultatenrekeningen, ook wel winst- verliesrekeningen (W&V) genoemd. De indeling van het rekeningschema is op vrijwillige basis in Nederland. Wel zijn er voorschriften voor de indeling van de balans (en indien van toepassing) en resultaten rekening, zoals te publiceren bij de Kamer van koophandel. En de indeling van de Winstaangifte Inkomstenbelasting (IB-winst) en Vennootschapsbelasting (VPB) is standaard bepaald.
De balans bestaat uit een activa (debet) zijde en een passiva (credit) zijde. Bezittingen (bijvoorbeeld banksaldo) en vorderingen (bijvoorbeeld van debiteuren) worden aangeduid als activa. Activa wordt ook wel kapitaalgoederen genoemd. Tegenover deze activa staat het vermogen, aangeduid als Passiva. Op een balans staat de activa aan de linkerzijde (debet).
Tegenover deze activa staat het vermogen, aangeduid als passiva. Op de balans staat de passiva aan de rechtzijde (credit). Het vermogen Is opgebouwd uit eigen vermogen en vreemd vermogen. Deze laatste zijn de schulden van de onderneming (denk aan openstaande facturen van crediteuren, te betalen belastingen en bijvoorbeeld een aangegane lening bij een bank).
Activa is onderverdeeld in:
Vaste activa; Bezittingen van de onderneming, zoals computers, machines en gebouwen. Er wordt ook wel gesproken over productiemiddelen die langer meegaan dan een (1) productieproces. Onderverdeeld naar: - Immateriële vaste activa - Materiële vaste activa - Financiële vaste activa - Niet toe te wijzen vaste activa.
Vlottende activa; Hieronder wordt veelal verstaan het totaal van de liquide middelen (kas en banksaldi), debiteurenvorderingen en handelsvoorraden. Oftewel activa die snel in geld zijn om te zetten of een (1) productieproces meegaan. Onderverdeeld naar: - Voorraden - Vorderingen - Handelsdebiteuren - Effecten - Liquide middelen - Niet toe te wijzen vlottende activa.
Passiva is onderverdeeld in:
Eigen vermogen - Kapitaal (bij een BV of NV onderverdeeld naar gestort en opgevraagd) - Reserves (Eigen vermogen kan telkens berekend worden als het saldo van bezittingen (activa) minus de schulden).
Vreemd vermogen - Langlopende schulden (langer dan 1 jaar, zoals een lenging van een bank). - Kortlopende schulden (korter dan 1 jaar, zoals openstaande posten handelscrediteuren).
Rekeningschema Onderstaand is een voorbeeld opgenomen van de indeling van een eenvoudig rekeningschema (ook wel rekeningstelsel genoemd):
0. Vaste active, eigen vermogen en schulden op lange termijn 0210 Machines 0215 Afschrijving machines 0220 Inventaris 0225 Afschrijving inventaris 0230 Computers 0235 Afschrijving computers 0250 Vervoermiddelen 0255 Afschrijving vervoermiddelen 0300 Goodwill 0400 Deelnemingen 0410 Beleggingen (op lange termijn) 0500 Aandelenkapitaal 0510 Algemene reserve 0600 Schulden op lange termijn 0700 Voorzieningen 0800 Winstsaldo
1. Financiéle rekeningen (onderdeeld in)
Vlottende activa 1000 Kas 1010 Bank 1300 Debiteuren 1710 Te vorderen omzetbelasting
Vlottende passiva 1600 Crediteuren 1700 Af te dragen loonbelasting en premies 1720 Af te dragen omzetbelasting 1730 Te betalen loon
2. Tussenrekeningen 2010 Kruisposten debiteuren 2020 Kruisposten crediteuren 2030 Kruisposten bank
3. Voorraad 3000 Voorraad (zelf onder te verdelen naar bijvoorbeeld artikelgroepen)
4. Kosten 4000 Loonkosten 4050 Reis- en verblijfkosten 4100 Afschrijvingskosten 4200 Huurkosten 4300 Assurantiekosten 4310 Kantoorbenodigdheden 4320 Contributies en abonnementen 4330 Reclamekosten 4340 Vrachtkosten
5. Kostenplaatsen 5100 Directe kosten kantoorafdeling 5105 Indirecte kosten kantoorafdeling 5110 Dekking kosten kantoorafdeling 5200 Directe kosten productieafdeling 5205 Indirecte kosten productieafdeling 5220 Dekking kosten productieafdeling (het advies is bij een uitgebreid aantal kostenplaatsen gebruik te maken van een kostenplaatsenadministratie).
6. Kostendragers 6100 Directe kosten product 6110 Indirecte kosten product (het advies is bij een uitgebreid aantal kostendragers gebruik te maken van een meerdere boekingsdimensies).
7. Voorraad gereed product (ingeval producerende organisaties).
8. Omzet 8010 Omzet product 8020 Overige omzet
9. Resulatenrekening
Illustratief Bovenstaande is puur illustratief om een indruk te geven van de opbouw van een decimaal rekeningschema. Veel accountants- en administratiekantoren kennen zelf standaard rekeningschema's, al dan niet per branche. Ook menig leverancier van standaard boekhoudsoftware levert een of meer standaardrekenigschema's mee met de software.
RGS In Nederland kennen we ook het Referentiegrootboekschema. Zie Referentiegrootboekschema (RGS).
België in België kennen we het minimum genormaliseerd rekeningstelsel. Ook wel minimum algemeen rekeningenstelsel (MAR) genoemd. Dit rekeningstelsel is in België wettelijk voorgeschreven voor ondernemingen voor het voeren van een boekhouding.
De rubrieken (1e positie van het rekeningnummer) zijn in België als volgt onderverdeeld:
Balans: 1. Eigen vermogen, voorzieningen voor risico’s en kosten en schulden op lange termijn 2. Oprichtingskosten, vaste activa en vorderingen op lange termijn 3. Voorraden en bestellingen in uitvoering 4. Vorderingen en schulden op korte termijn 5. Geldbeleggingen en liquide middelen
Resultatenrekening: 6. Kosten 7. Opbrengsten
8 en 9 zijn vrij te gebruiken voor een analytische boekhouding. 0. Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen (wordt nauwelijks gebruikt).
Interessante links zijn:
|